Andringa, Leonardus Theodorus Cornelis
Leonardus Theodorus Cornelis Andringa werd in 1913 in Den Haag geboren.
In 1935 vertrok hij naar Engeland om te studeren. In september 1940 voegde hij zich bij het Nederlandse leger in Porthcawl. Vervolgens werd hij in mei 1941 gerekruteerd door de Britse sabotagedienst Special Operations Executive (SOE).
Andringa werd met marconist Molenaar op 21 maart 1942 gedropt. Andringa moest een zeeroute zoeken voor het in Nederland afzetten en ophalen van agenten, mogelijke doelwitten voor sabotage verkennen in Brabant en mannen rekruteren voor het uitvoeren hiervan.
Molenaar overleefde de dropping niet, waardoor Andringa voor het zenden dus afhankelijk was van contact met zijn collega-geheim agenten in Nederland. SOE wist niet dat een van hen, Lauwers, begin maart al was gearresteerd en dat zijn telegramverkeer door de Duitsers gelezen en gedicteerd werd. Daardoor wisten de Duitsers van de ontmoetingsplek in Haarlem, waar Andringa zich een maand na zijn aankomst in Nederland meldde en gearresteerd werd door de Sicherheitspolizei.
Voor vertrek had Andringa tegen de regels in kennissen op de hoogte gebracht van de operatie. In februari 1943 deed Margaret Barry uit Liverpool navraag bij SOE, waar zij te horen kreeg dat Andringa op 6 december 1942 was omgekomen. Deze informatie was afkomstig uit Nederland, echter niet van een SOE-agent maar van de Duitse Abwehr.
Pas vanaf juni 1945 kwam SOE erachter wat er met Andringa gebeurd was. Na zijn arrestatie was hij met andere geheim agenten gevangen gehouden in het voormalige Grootseminarie in Haaren, in gebruik als Polizei- und Untersuchungsgefängnis Lager, en later in Assen. Zoals de meesten werd ook Andringa overgebracht naar een gevangenis in Rawicz en vervolgens naar het concentratiekamp Mauthausen. Daar werd hij op 6 september 1944 vermoord.